De kleine Alice verfoeit haar familie, hun gebrek aan ambitie en de troosteloosheid van hun bestaan. Haar broers zijn nitwits en haar ouders hebben geen oren naar wat ze echt wil: in het Wolvendal gaan wonen. Ze is groot geworden met de verhalen van haar grootvader. Onder andere de legende van de godin Cybele, die verliefd werd op een simpele herder... Een verhaal met een dramatisch einde dat het lot van het meisje zal bezegelen: in het bos waar dromen waar worden, waar magie de levende wezens met elkaar verbindt, daar wil Alice koningin zijn. Ver weg van de huisregels, in de chalet van haar grootvader, groeit het meisje op midden in de ongerepte en betoverende natuur, tussen de dieren en andere bosbewoners. Op een dag ontmoet ze er een verdwaalde jongen. Hij heeft geen naam en zit al duizend jaar gevangen in een lichaam dat niet veroudert. Is hij vervloekt? Misschien is zijn lot wel verbonden aan de enorme eik die uittorent boven het Wolvendal...