Maart, 1736. Op het landgoed Racleterre zet Apolline Tricotin een vijfling op de wereld: Clodomir, Pépin, Dagobert, Clotilde en Charlemagne. Wanneer hun vader bezwijkt aan hondsdolheid en hun moeder niet veel later sterft, beslist een familieraad om de vijfling uit elkaar te halen. Charlemagne, de laatstgeborene en meest begaafde van de vijf, komt bij zijn meter terecht. Hongerig naar kennis brengt hij zijn dagen door in haar bibliotheek. Hij blijkt ook een bijzondere gave te ontwikkelen: hij is in staat om met dieren te praten.